2 NOV, 2023 • Weekbulletin
Topsectoren in beeld: Topsector Creatieve Industrie
In de topsectoren werken bedrijven, wetenschap en de overheid samen aan innovatie en kennisdeling. Het doel is om te zorgen dat Nederland economisch tot de wereldtop blijft behoren en oplossingen te vinden voor maatschappelijke uitdagingen als vergrijzing en schaarste van voedsel, water en energie. In deze aflevering: Jann de Waal, voorzitter van de Topsector Creatieve Industrie.
Wat is de Topsector Creatieve Industrie?
‘De creatieve sector is groot en divers. Aan de ene kant heb je bedrijven die zakelijke creatieve diensten verlenen, zoals architecten-, industrieel ontwerp-, communicatie- en digitale bureaus. Aan de andere kant zijn er bedrijven die zich richten op consumenten. Denk aan media, film, video, audiovisueel, maar ook fashion en gaming. 11 procent van de bedrijven in Nederland valt eronder. Maar als topsector ligt onze focus niet alleen op de bedrijven, maar ook op de creatieve professional. Een groot deel van onze achterban werkt namelijk ook bij bedrijven buiten onze sector.
Wij vertalen technologische innovaties die andere topsectoren ontwikkelen in nieuwe, gedragen oplossingen. Nieuwe materialen, nieuw productgebruik, maar ook andere, circulaire businessmodellen. Je kunt wel iets heel innovatiefs verzinnen, maar als mensen het niet kopen of niet begrijpen, gaat het niet werken. Daarnaast hebben de meer systemische vraagstukken heel veel stakeholders, en dat maakt het lastig. Een goede manier om daarmee om te gaan is om er een ontwerpproces van te maken. De creatieve industrie heeft daarmee veel ervaring. De stedenbouw bijvoorbeeld heeft langdurige ontwikkeltrajecten met talloze stakeholders. Het vergt creatief leiderschap om tot een goed stedenbouwkundig ontwerp te komen dat ook in de tijd stand houdt.’
Welke ontwikkelingen ziet u in uw sector?
‘De creatieve industrie groeit nog steeds. Ontwerpers maken iets moois, niet alleen esthetisch, maar ook economisch en maatschappelijk. Onze kracht is een strak proces, zodat je tot oplossingen komt. Maatschappelijke uitdagingen en transities worden groter en complexer. Wij worden daar steeds meer bij betrokken.’
Wat houdt het werk van een topsector in?
‘We willen onze ontwerpkracht zo goed mogelijk inzetten in Nederland. Daarom versterken we de kennisbasis van onze achterban. En we zorgen ervoor dat creatieve bedrijven met die kennis ook een rol krijgen in de grote transities. Elk topsector heeft een of meer Topconsortia voor Kennis en Innovatie. De onze heet ClickNL. Daarin werken we samen met bedrijven, brancheorganisaties en kennisinstituten, ook aan de culturele kant. We koppelen slimme initiatieven in de sector aan de missies van de overheid rond de thema’s digitale samenleving, kwaliteit van de gebouwde omgeving, circulaire en regeneratieve economie en maatschappelijke en sociale innovatie.
Onlangs hebben we een groeifondsvoorstel rond het thema digitale samenleving toegekend gekregen: Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC). Dat gaat over immersive content zoals virtual en augmented reality. Daar zijn we in Nederland best goed in, maar als je ziet wat er vooral uit de VS op ons afkomt, moeten we extra slagkracht ontwikkelen. We zorgen dat professionals weten hoe je met immersive content omgaat. Maar ook dat ze publieke waarden meenemen in het ontwerpproces. Hoe ga je met inclusiviteit om in een virtuele omgeving? Maar uiteindelijk is die kennis bedoeld om er producten mee te ontwikkelen waarmee geld verdiend wordt.’
Op wat voor kennis zetten jullie in?
‘We investeren veel in ontwerpen op systemisch niveau. Dat doen we ook met onderzoek via de NWO (Nederlandse Organistie voor Wetenschappelijk Onderzoek, red.) en – voor praktijkgericht onderzoek – het Regieorgaan SIA. Naast sleuteltechnologieën hebben we sleutelmethodologieën gezet, de key enabling methodologies, of KEMs. Dat zit op allerlei vlakken, zoals burgerparticipatie, ontwikkelmethodieken of gedragsverandering. Op dat gebied stimuleren we kennisontwikkeling. Daarvoor hebben we een nationale KEM-agenda voor ontwikkeld.
Met die KEMs kun je de van sleuteltechnologieën gedragen toepassingen maken. Want de weg van technologische ontwikkelingen naar gedragen oplossing van maatschappelijke uitdagingen loopt via toepassingen. Welke toepassingen maak je om Nederland van het gas te krijgen? Hoe ontwerp je toepassingen die de digitale burger beter bedient als overheid?’
Hoe belangrijk is de internationale markt voor jullie topsector?
‘Die is op twee manieren belangrijk. Sommige bedrijven zijn internationaal gerenommeerd, bijvoorbeeld op het gebied van fashion en architectuur. Dus een groot deel van de omzet komt uit het buitenland. Maar belangrijk is ook dat we een gezonde instroom hebben van internationale ideeën, bijvoorbeeld op het gebied van design thinking.’
Wat is de internationale strategie van de topsector?
‘We willen dat oplossingen die wij voor Nederland verzinnen ook wereldwijd wat betekenen, en vice versa. Daarom werken we aan internationale field labs, waardoor er een meerjarige connectie ontstaat rond een thema, bijvoorbeeld circular city. Daarin werken we met enkele landen samen. Ook hier weer in de triple helix van bedrijfsleven, overheid en onderzoeksinstellingen. En op die manier bouwen we duurzame en wederkerige relaties, wat weer de handel bevordert.
We gaan ook wel mee met handelsmissies, maar meer om langdurige samenwerkingsprojecten te bestendigen. Dat geldt trouwens voor meerdere topsectoren. Zo gaan we eind november naar de Business Design Week in Hong Kong, die in het teken staat van circulaire wereld. Want je kunt dit wereldwijde circulaire probleem niet alleen in Nederland aanpakken. Het is in deze tijd bijzonder om over dit thema toch met China en de Aziatische landen verbinding te leggen.’
Wat hebben jullie nodig van het Nederlandse bedrijfsleven?
‘Als topsector werken we niet direct voor individuele bedrijven. We maken programma’s die bij bedrijven komen via bijvoorbeeld brancheorganisaties, regionale ontwikkelingsmaatschappijen of hogescholen. Een voorbeeld is het project Circo, Circular by Design. Als je een product circulair wil maken, dat kom je al snel op het veranderen van de hele supply chain. Dus je moet naar de hele keten kijken. Samen met het ministerie van I&W draaien we al enkele jaren een programma om de maakindustrie met ontwerpers naar nieuwe businessmodellen te laten kijken. Veel bedrijven zijn op die manier door de wasstraat gegaan.
Bedrijven kunnen meer inzetten op ontwerpkracht. Het helpt al als ze openstaan voor een strategische relatie met ontwerpers. Het is aangetoond dat dit leidt tot betere producten en meer tevreden klanten en winstgevendheid. Wie daar meer over wil weten, raad ik aan om een kijkje te nemen op de website van ClickNL.’