2 OKT, 2025 • Nieuws
SER-advies arbeidsmigratie: minder waar het kan, beter waar het moet
VNO-NCW en MKB-Nederland zijn blij met het SER-advies Arbeidsmigratie naar waarde dat vandaag is gepresenteerd. Daarin staat helder dat Nederland niet zonder internationale arbeidskrachten kan, maar ook dat gerichte sturing nodig is omdat er grenzen zijn aan wat de samenleving kan dragen. Misstanden in arbeidsomstandigheden en beloning moeten veel sneller en strenger worden aangepakt, en met de inzet van arbeidsbesparende technologie kunnen we het aantal laagbetaalde arbeidsmigranten terugdringen. De SER adviseert om de kennismigrantenregeling aantrekkelijk te houden en gaat verder uitwerken hoe we vakkrachten van buiten de EU gericht kunnen aantrekken om structurele tekorten in cruciale sectoren aan te pakken.
‘De SER geeft een groot aantal concrete adviezen die zouden moeten leiden tot minder arbeidsmigranten, maar juist wel diegenen die we echt nodig hebben, en het uitbannen van misstanden’, zei voorzitter Ingrid Thijssen van VNO-NCW vanmiddag namens de werkgevers.
Met het advies wil de SER drie doelen bereiken: het verbeteren van de (rechts)positie van laagbetaalde arbeidsmigranten, sturen op arbeidsmigratie die bijdraagt aan maatschappelijke opgaven en een toekomstbestendige economie, en zorgen voor een evenwichtige inzet van arbeidsmigratie waarbij maatschappelijk draagvlak behouden blijft en schaarse voorzieningen toegankelijk blijven.
Misstanden zwaarder straffen
In Nederland werken veel internationale arbeidskrachten vanuit de EU in laagbetaalde banen. Omdat er in Europa vrij verkeer van personen is, is het moeilijk om op hun komst te sturen. Bij deze groep is ook regelmatig sprake van misstanden. ‘Het is belangrijk die te bestrijden. Indirect zal dat ook leiden tot minder laagbetaalde arbeidsmigranten in Nederland’, aldus Thijssen.
De ondernemersorganisaties zijn blij met het advies van zwaardere straffen voor de cowboys die zich schuldig maken aan die misstanden en uiting. Ze juichen het SER-advies toe om veel meer en effectiever te gaan handhaven, met uitbreiding van de Arbeidsinspectie maar ook meer samenwerking met andere diensten zoals Inspectie Leefomgeving en Transport, Belastingdienst en omgevingsdiensten.
Drempel verhogen
De SER adviseert ook een aantal maatregelen die arbeidsmigranten beter beschermen en de drempel om met arbeidsmigranten te werken verhogen. Thijssen: ‘Bijvoorbeeld dat arbeidsmigranten die via een uitzendconstructie naar Nederland komen, de eerste twee maanden ten minste recht hebben op een bedrag ter hoogte van het voltijdsminimumloon, ongeacht de contractduur en het aantal gewerkte uren. En bijvoorbeeld met verplicht taalonderwijs als zij langer dan een jaar hier werken.’
Ook moet er een gedragscode komen voor sectoren met veel laagbetaalde arbeidsmigranten, vast te leggen in de cao. ‘Duidelijke afspraken waar werkgevers zich aan te houden hebben elkaar op kunnen aanspreken en wat de consequenties zijn als je je er niet aan houdt.’
Inzet op arbeidsbesparende technologie
Een andere belangrijke knop om aan te draaien is zorgen dat er minder vraag is naar mensen door robotisering en automatisering, oftewel het inzetten op arbeidsbesparende technologie. Het is volgens Thijssen belangrijk dat de SER daaraan koppelt dat bedrijven – en zeker de kleinere – daarbij dan wel hulp nodig hebben, bijvoorbeeld met kennis van de mogelijkheden en implementatie daarvan. Ook de hoge initiële kosten en lange terugverdientijden zijn vaak nog een struikelblok. De overheid kan daar onder meer bij helpen met fiscale regelingen.
Kenniswerkers en vakkrachten
De SER staat in het advies ook nadrukkelijk stil bij de arbeidsmigratie die we juist méér nodig hebben: kenniswerkers en vakkrachten. Kenniswerkers zijn actief in sectoren die bovengemiddeld bijdragen aan het verdienvermogen van ons land en komen voor het overgrote deel uit landen van buiten de EU. Op deze groep is al sturing in de vorm van een vergunning.
VNO-NCW en MKB-Nederland zijn tevreden dat ook de SER pleit voor een vakkrachtenregeling voor mensen van buiten de EU. Die vakkrachten zijn nodig voor sectoren die publieke belangen dienen maar waar we zelf een tekort aan mensen hebben, zoals zorg en techniek. Alle landen in de EU zien hun bevolking vergrijzen en de tekorten aan vakmensen lopen ook daar op.