6 JUL, 2017 • Column
Maak nou eens werk van de bijstand
Vier steden mogen van staatssecretaris Klijnsma gaan experimenteren met een soepelere behandeling van mensen in de bijstand. Met ‘regelarme bijstand’ willen ze, gesteund door onderzoekers van de universiteit in hun gemeente, kijken of bijstandsgerechtigden actiever worden in het zoeken van werk. Wat gebeurt er als mensen niet hoeven te solliciteren of een andere tegenprestatie hoeven te leveren?
Verstrikt
Van experimenteren is nooit iemand slechter geworden. Maar laat dit dan ook het moment zijn om door te pakken. Voor de uitleg eerst wat cijfers. Volgens het CBS zaten er eind 2016 zo’n 467 duizend mensen in de bijstand. In dat jaar kwamen er 18 duizend mensen bij – vooral jongeren en ouderen. Voor veel mensen is de bijstand het eindstation. 1 op de 10 heeft zelfs al meer dan 15 jaar een uitkering. Wat een vangnet zou moeten zijn, is voor veel mensen een net waar ze in verstrikt raken en zonder hulp niet meer uitkomen.
Puzzelstukje
Hoe gemeenten omgaan met deze grote groep, is verschillend. In sommige gemeenten moeten mensen een tegenprestatie leveren. In andere gemeenten is er weinig zicht op wie er in de bijstand zit. Wie kan er wel werken en wie niet? Over de gehele linie ontbreekt het aan een duidelijke, heldere aanpak vanuit de gemeente om deze mensen perspectief te geven op werk. Dat zou wat mij betreft meer zoden aan de dijk zetten dan alleen experimenteren met bijverdienen of tegenprestaties. Uiteindelijk is er maar één ding dat mensen echt uit de bijstand helpt en dat is ze heel actief ondersteunen in hun zoektocht naar werk. Zorg er nou eerst voor dat voor bijstandsgerechtigden de afstand tot werk kleiner wordt gemaakt en echt lonend wordt. En dat het soms ontbrekende stukje van de puzzel wordt opgelost. Missen ze een opleiding of spreken ze de taal niet goed? Ondersteun ze dan daarin. Genoeg bedrijven die gemeenten daarbij kunnen helpen.
Werkgevers
Ik hoor u denken: en werkgevers dan? Die moeten natuurlijk wel zorgen dat deze mensen aan het werk kunnen. De eerste stap ligt dan wel bij de gemeenten om in kaart te brengen wat mensen kunnen en te zorgen dat mensen klaar zijn om aan het werk te gaan. Dan staan ondernemers op ze te wachten. Met de groeiende vraag naar personeel kan het niet zo zijn dat een half miljoen mensen aan de kant blijft staan.
Rob Slagmolen
Beleidssecretaris arbeidsmarkt