19 JUN, 2023 • Weekbulletin
Het Innovatie Attaché Netwerk: Turkije
Het Innovatie Attaché Netwerk (IA-netwerk) van de Nederlandse overheid ondersteunt en stimuleert internationale samenwerking tussen bedrijven, onderzoeksinstituten en overheden op het gebied van innovatie, technologie en wetenschap. In deze serie vertellen de innovatieattachés over hun werk. Dit keer Rory Nuijens, die in Turkije het IA-netwerk vertegenwoordigt vanuit zijn standplaats Istanbul.
Welke ontwikkelingen ziet u op innovatievlak in Turkije?
‘Innovatie is in Turkije ten eerste gericht op het ontwikkelen van meer autonomie in de energievoorziening. Hoewel ze nog gas- en olievelden vinden, zie je toch ook een sterkere focus op renewable energy. Daar is Turkije ook geschikt voor: er is veel wind en zon, dus potentie om waterstofproductie te hangen aan windmolenparken en zonneparken.
Daarnaast worden er in Turkije veel auto’s gemaakt en witgoed. Er is een trend om die maakindustrie door digitalisering efficiënter en concurrerender te maken. Maar je ziet ook innovaties in de producten zelf. Dus slimme wasmachines en slimme koelkasten. Ze hebben net ook een eigen elektrische auto gelanceerd. Daar zitten aanverwante industrieën aan vast, zoals batterijproductie.’
Waar richt het land zich op?
‘De overheid stimuleert innovatie met subsidies, vooral aan onderzoekscentra die als een nationaal excellentiecentrum worden neergezet. Ze subsidiëren met name de infrastructuur: apparaten, labs, cleanrooms en dergelijke. Maar er zijn ook subsidieprogramma’s, een beetje vergelijkbaar wat NWO in Nederland doet. Enerzijds gericht op universiteitsonderzoek, maar de overheid stimuleert ook dat kennisinstellingen en bedrijfsleven gaan samenwerken om het onderzoek te vermarkten.
De verkiezingen zijn geweest, en we wachten nu de ontwikkelingen met spanning af. Maar ongeacht de uitslag zal de inzet op innovatie in Turkije gewoon doorgaan. De blik van Turkije is op Europa gericht, zeker als het gaat om onderzoek en ontwikkeling. Dat zie je ook in de deelname in de EU-programma’s, waaraan Turkije ook financieel bijdraagt. De samenwerking met Europese en dus ook Nederlandse partijen vindt men echt belangrijk.’
Wat zijn de raakvlakken met Nederland?
‘In Nederland hebben we veel kennis om de maakindustrie efficiënter te maken door middel van innovatie. Die kennis kun je hier goed kwijt. We gaan binnenkort een studie lanceren over de uitdagingen van de Turkse maakindustrie bij digitalisering. Daarbij willen we ook Nederlandse kennispartijen uitnodigen, om te kijken wat ze hier precies kunnen doen. Nederland heeft ook veel kennis over de productietechnologie van waterstof. Die hebben ze in Turkije minder, maar wel gunstige omstandigheden om waterstof te produceren. Dat kunnen we aan elkaar koppelen.
In EU-verband zijn er programma’s waarbij onderzoeksinstellingen uit high performing research countries zoals Nederland gekoppeld worden aan die uit lower performing research countries. Dat valt binnen het Horizon Europe Widening Participation & Spreading Excellence-programma. In dat kader gaan Nederlandse onderzoeksinstellingen met Turkse samenwerken rond nanotechnologie.’
Waar liggen de kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven?
‘Vijf weken geleden was er een economische missie uit Nederland over circulariteit in de textielindustrie. Veel Nederlandse modehuizen doen hun productie helemaal of deels in Turkije. Als je Nederlands textiel circulair wil maken, bijvoorbeeld met materiaalpaspoorten of gerecyclede materialen, moet je dus ook in Turkije zijn. Nederlandse bedrijven kunnen hun kennis in Turkije vermarkten. Die willen weten hoe je gerecycled textiel in je productieproces gebruikt, watergebruik vermindert en materialen in hele waardeketen volgt door digitale technologie.
Datzelfde proberen we nu ook te doen in de bouw. Turkije heeft een vrij grote bouwsector, die wil weten hoe je gebouwen ontwerpt zodat je de materialen aan het einde van hun levensduur kunt hergebruiken. Dat is extra actueel omdat de aardbeving in februari veel puin heeft opgeleverd. De Turkse overheid wil weten wat ze daarmee kunnen doen. Ook wil men nu heel snel gebouwen neerzetten. Al voor de aardbeving was er al een proces gaande om in steden zoals Istanbul en Izmir oudere gebouwen vervangen door nieuwere. Men is aan het kijken hoe ze die gebouwen aardbevingsbestendig maken en tegelijkertijd energiezuinig en circulair.’
Wat kunt u betekenen voor het Nederlandse bedrijfsleven?
‘De beste route voor innovatieve bedrijven die in Turkije actief willen worden, is om contact op te nemen met mij als innovatie-attaché of met mijn collega’s, die meer op het handelsaspect of de landbouw zitten. Turkije moet je wel goed kennen en wij kennen die markt goed. We raden ook altijd aan om in niet als bedrijf iets alleen te gaan doen, maar samenwerkingspartijen op te zoeken. Wij kunnen helpen om betrouwbare partijen te vinden. Ee we kunnen bedrijven introduceren bij potentiële cliënten of de overheid.
We hebben ook goede contacten met het ministerie van Industrie en Technologie. Die komen eind deze maand voor een tweedaags bezoek naar Nederland, om te kijken hoe wij de digitalisering van onze maakindustrie vormgeven. We hebben net de textielmissie gehad en denken nog na over wat we in de tweede helft van het jaar gaan doen. Waarschijnlijk iets rond technologie in de landbouwsector. Later dit jaar is er een online webinar over de studie die ik al noemde, over de digitalisering van de maakindustrie. Daar gaan Turkse partijen uitleggen aan welke kennis en kunde Turkije behoefte heeft. We nodigen er ook Nederlandse stakeholders bij uit, zoals Brainport en het Zuid-Hollandse InnovationQuarter.
Een andere taak van ons is om fundingmogelijkheden voor R&D-programma’s op een rijtje te zetten. Met Turkije is vooral samenwerking in het kader van Horizon Europe. Maar we promoten ook Eurostars. Dat is een down-to-earth R&D-samenwerkingsprogramma gericht op mkb-bedrijven.’