17 JUL, 2024 • Column
Elk jaar duurder: kostenprobleem financieel toezicht
Hoe beheersen we de kosten van financieel toezicht? Die vraag is relevant, nu dit nogal een uitdaging blijkt. De kosten van financieel toezicht zijn de afgelopen jaren namelijk flink opgelopen: voor De Nederlandsche Bank (DNB) van 185 miljoen euro (2019) naar 242 miljoen euro (2023) per jaar en voor de Autoriteit Financiële Markten van 106 miljoen euro (2020) naar ruim 125 miljoen euro vorig jaar.
Een verdere oploop van kosten valt te verwachten omdat zowel de AFM en DNB veel extra taken krijgen vanwege Europese wetgeving. Deze kosten worden volledig door de sector betaald. Die dat vervolgens (deels) zal doorbelasten aan klanten, zoals mkb’ers.
Toezichtslasten
De urgentie om beter grip te krijgen op kosten van toezicht is daarmee groot. Dat kan op verschillende manieren. Ten eerste door herinvoering van een bijdrage van de overheid in de toezichtslasten, zoals die in het verleden ook bestond. Ook de Raad van State bleek is hier voorstander van. Op die manier wordt de kostenontwikkeling van financieel toezicht explicieter onderworpen aan parlementaire controle.
Kosten beheersen
Denkbaar is ook een hard plafond in de uitgaven. Een overschrijding moet dan worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Dat is een voorstel dat ooit is geïntroduceerd, maar sluipenderwijs is verdwenen. Eerder al uitte de Tweede Kamer de wens om kosten beter te beheersen. Daarvoor kan de ‘nieuwe’ Kamer zich nu inzetten. Verder kunnen toezichthouders hun taken heroverwegen. Is het bijvoorbeeld per se nodig om de Tweede Kamer jaarlijks te trakteren op liefst drie (AFM, DNB en CPB) verschillende risicorapportages over de financiële sector?
Grondigheid
Ten slotte kunnen bijdragen deels afhankelijk gemaakt worden van doorlooptijden en snelheid in procedures. Net zoals de Nederlandse Spoorwegen een boete krijgen als niet genoeg treinen op tijd rijden. Mits dit uiteraard niet ten koste gaat van de grondigheid en kwaliteit van toezicht. Efficiëntie bij vergunningaanvragen is voor nieuwkomers (zoals fintechs) een belangrijke afweging bij de beslissing om zich wel of niet in Nederland te vestigen, of hier uit te breiden (scale-ups). Daar heeft iedereen baat bij: de sector, zijn klanten en zeker ook ondernemers.
Edward Feitsma
beleidssecretaris economie en financiële sector