17 NOV, 2025 • Column

De topsectoren zijn dood, leve de topsectoren?   

Het is veel mensen waarschijnlijk ontgaan, maar in de recente industriebrief Industriebeleid met Focus is het topsectorenbeleid officieel ten grave gedragen. Na bijna vijftien jaar gaat een belangrijk hoofdstuk in het industriebeleid dicht.  

Topsectoren: hoe zat het ook alweer? 

De gedachte achter de topsectoren was simpel: sterke sectoren op het gebied van innovatie en export trekken de hele economie mee. Simpel gezegd: Als het goed gaat met ASML, profiteren ook de bakkers en slagers in Veldhoven. In zogeheten topteams – met ceo’s, mkb’ers en wetenschappers – werden actieagenda’s per sector opgesteld voor innovatie, talent, regelgeving en internationale handel. Het kabinet werkte met een ja, tenzij-houding en de minister van EZ had doorzettingsmacht, al moest dat alles wel met minder middelen door bezuinigingen. Slimmer samenwerken moest dat compenseren.  

Wereldwijd geroemd 

Het beleid heeft veel gebracht. Innovatie-ecosystemen en publiek-private samenwerkingen worden wereldwijd geroemd. Dankzij die basis kon Nederland snel schakelen toen het Groeifonds investeringsruimte bood. Ook internationaal leverde het beleid resultaat op. Internationaal staat Nederland bekend om zijn topsectoren, zoals recent in Indonesië waar ruim tweehonderd water- en tuinbouwbedrijven gezamenlijk lieten zien wat Nederland te bieden heeft.  

Slijtage 

Toch sloop er slijtage in. Het beleid werd steeds complexer en overladen met overlegstructuren die lastig te volgen waren, zeker voor het mkb.  Organisaties die lean en mean gericht moeten zijn op uitvoering verloren de focus waarvoor ze echt op aarde zijn.  En vooral: bij de grote dossiers – basisindustrie, de geopolitieke dimensie van de halfgeleiderketen – stonden de topsectoren aan de zijlijn. Wat bedoeld was als integraal industriebeleid, werd tot innovatiebeleid náást de échte strategische vraagstukken. Juist nu geopolitieke spanningen en de analyse van Draghi vragen om consistent en integraal industriebeleid.  

Eerste stap 

De nieuwe industriebrief zet daarvoor een eerste stap, met zes groeimarkten, tien sleuteltechnologieën en een reeks dwarsdoorsnijdende thema’s, zoals voedselzekerheid, logistiek en water. Een brede agenda, maar dat past bij een economisch en technologisch sterk land. Wat echter ontbreekt, is duidelijke governance: wie doet wat, hoe zit het bedrijfsleven aan tafel, en heeft de minister van EZ voldoende slagkracht? Het blijft opnieuw ‘kiezen zonder knaken’, waarbij het bovendien niet waarschijnlijk is dat het echt de economie beter gaat maken. Kortom, het nieuwe beleid mist vooralsnog herkenbaarheid en uitwerking.  

Een echt nieuw industriebeleid 

Industriebeleid verdient beter. De eerste geluiden rond het rapport-Wennink zijn hoopvol. Laten we dat gebruiken voor écht nieuw industriebeleid – met stevige governance, een krachtige minister van EZ en een duidelijke rol voor het bedrijfsleven.  

Goh, waar hebben we dat eerder gehoord? De topsectoren zijn dood. Leve de topsectoren! 

Thomas Grosfeld
Teammanager economie

innovatietopsectoren