16 SEP, 2021 • Europees nieuws
Brusselblog Winand Quaedvlieg: Een andere wereld
Anders dan anders ontwaakte Brussel dit jaar uit zijn zomerslaap. In gewone jaren schakelt de Europese wijk in één dag vanuit stilstand naar de vijfde versnelling. Maar met nog altijd een flink percentage thuiswerkers ging het dit jaar aanmerkelijk geleidelijker. Inmiddels staan Kortenberglaan en Wetstraat echter weer als vanouds te ronken en te dampen. Hoewel in Brussel, in schril contrast met ons land, nog behoorlijke Covid-19 discipline bestaat, en binnen iedereen keurig zijn mondkapje draagt, is het wel heerlijk om weer terug te zijn in de stad, echte mensen te ontmoeten of al fietsende te laveren tussen verkeer en Eurotempels.
Maar dat is zeker niet het enige dat anders is. Want deze zomer was er de Afghanistan crisis. Het pijnlijke demasqué van Europa’s positie in de wereld dat deze meebracht heeft iedereen hier in het achterhoofd. Commissaris Šefčovič gaf zijn jaarlijkse kijk in de kristallen bol, het Foresight Report van de Commissie, dan ook de ondertitel mee van ‘The EU’s capacity and freedom to act’. Zonder capacity geen freedom, is de boodschap. En die capaciteiten moeten dringend versterkt worden. Daartoe moet de EU vandáág ambitieuze keuzes maken, zo stelt dat rapport.
Wat dat betreft kon een speciale discussiesessie van VNO-NCW over Europese open strategische autonomie niet beter getimed zijn. Na een prikkelende inleiding van HCSS-directeur Han ten Broeke kwam aan de orde hoe de EU die autonomie moet realiseren, en dat het Nederlandse industrie- en technologiebeleid meer in de context van die continent-brede opgave gestalte moet krijgen. Dat vraagt in ons land ook om een publiek discours over de EU dat meer op belang en kansen is gericht, en minder op geïsoleerde kostenaspecten, zo lieten deelnemers bezorgd horen.
Een gonzende bijenkorf van beleid in wording
Over het EU-debat in Nederland doet in ons blad Forum ook Laurens Dassen, de fractieleider van Volt in de Tweede Kamer, een duit in het zakje. Hij meent dat die discussie vaak ‘hoog over’ is, over grote thema’s – migratie, geopolitieke positie, bevoegdheden van instellingen – maar niet concreet genoeg. Dat klinkt heel herkenbaar. Hoe langer je in Brussel rondloopt, hoe meer die kloof tussen de Nederlandse Europa-discussie en de Brusselse werkelijkheid je frappeert. Want Brussel is vooral ook een gonzende bijenkorf van beleid in wording: veel, belangrijk en concreet beleid dat je gericht kunt beïnvloeden.
Eén van die Europese onderwerpen, en een dat bij uitstek laat zien dat je het niet nationaal kunt regelen, is digitalisering. De rapporteurs van de Tweede Kamer voor de EU digitale wetgeving, Lisa van Ginneken (D66) en Queeny Rajkowski (VVD) maakten dan ook een ronde in Brussel om uit eerste hand geïnformeerd te worden hoe de Brusselse hazen lopen. Bij hun bezoek aan ons kantoor leverde dat een geanimeerde discussie op.
Over wat we de komende tijd naast digitaal nog meer aan beleid mogen verwachten, daar ging deze week de State of the European Union over, de ‘troonrede’ van Commissievoorzitter Von der Leyen in het Europese Parlement. Samen met het Foresight Report en het Commissie-werkprogramma dat over een paar weken verschijnt vormt die rede de Holy Trinity van het Europese beleid voor het komende jaar. Zo kwalificeerde het althans mijn collega bij BusinessEurope.
De Staat van de Europese Unie
Von der Leyen bracht een goed en helder gestructureerd verhaal, waarin ze een beeld neerzette van waar de EU volgens haar voor moet staan en wat de plek van de EU in de wereld moet zijn. Ze kondigde ook een serie concrete beleidsinitiatieven aan, wetten over o.a. Europese chipsproductie, cyberweerbaarheid en onafhankelijkheid van mediabedrijven. En tot slot bond ze de kat de bel aan met reflecties over migratie, Europese defensie en de rechtsstaat. Dat laatste bouwde voort op de Europese Raad van eind juni. Daar maakten de verzamelde staats- en regeringsleiders in een emotionele discussie aan de Hongaarse premier Orbán duidelijk dat ze zijn manier om Europese vrijheden uit te hollen beu waren. Ook Von der Leyen gaf aan dat de Commissie nu wil doorbijten: na een eerste fase van geduldige dialoog zou entschlossenes Handeln volgen. Wat in het betoog van de Commissievoorzitter nog steeds schitterde door afwezigheid was het belang van concurrentiekracht. Zonder deze zal er echter weinig van de grote plannen terecht kunnen komen. Het wordt wel tijd dat die blinde vlek wordt ingevuld.
Met al deze ontwikkelingen is de toon gezet voor de brede Europese agenda. Hoe het concreet ingevuld gaat worden zullen we de komende maanden zien.