13 NOV, 2023 • Weekbulletin
Branchevereniging aan het woord: Transport en Logistiek Nederland
In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week directeur Jan Boeve van branchevereniging Transport en Logistiek Nederland.
Vertel eens over uw branche(vereniging).
‘Ongeveer 4.500 logistieke en transportbedrijven zijn bij onze vereniging aangesloten. Ons ledenbestand is heel divers. De bedrijven die bij de boeren melk ophalen zijn lid. Maar ook DHL, PostNL en de bedrijven die tankstations bevoorraden. Onze sector zorgt ervoor dat schappen gevuld zijn in de supermarkt, dat apotheken beschikken over geneesmiddelen en dat bouwmaterialen op tijd op de bouwplaatsen zijn. In hele branche zijn 400.000 mensen werkzaam. We werken met een team van zo’n 100 mensen vanuit ons kantoor in Zoetermeer om al onze leden zo goed mogelijk te ondersteunen. Dat betekent het voeren van een sterke lobby, goede afspraken maken in onze cao en een uitgebreid advies- en informatiecentrum voor onze leden.’
Hoelang bent u al directeur?
‘Zeven jaar. Hiervoor was ik zes jaar directeur van de koepel van woningcorporaties. Ik werk al 35 jaar bij brancheorganisaties. Ik ben begonnen ooit bij CBW, wat nu INretail is. Daarna heb ik ook nog gewerkt bij Bouwend Nederland. Het werk bij een brancheorganisatie is zo mooi omdat je met je leden kunt bijdragen aan oplossingen voor grote maatschappelijke issues. En voor deze sector, een sector van ondernemers en doeners, geldt dat al helemaal.’
Wat zijn actuele kwesties en lobbypunten?
‘Ons belangrijkste lobbypunt: voorspelbaarheid in ons werk en betrouwbare aankomsttijden. Wij willen een zo goed mogelijke aansluiting van binnenvaart naar trein, van trein naar auto en alle andere mogelijke modaliteiten om efficiënt ons werk te kunnen blijven doen. Daarnaast speelt het onderhoud van het wegennet en belangrijke infrastructuur als bruggen en viaducten. Wij vinden het belangrijk dat daar geld voor beschikbaar blijft. Het is natuurlijk nog maar de vraag wat de volgende regering hierin wil gaan doen. Dat betekent onzekerheid voor onze branche. En we willen dat een aandeel van de toegestane vliegbewegingen op Schiphol beschikbaar blijft voor transportvliegtuigen. Kijk, de plastic spullen uit China, daarvan kun je je afvragen of die per vliegtuig naar Nederland moeten. Maar voor sommige zaken, denk aan medicijnen, hebben we het wel degelijk nodig.’
En verder?
‘In het Nederlandse landschap hebben we ruimte nodig voor logistiek vastgoed. In de discussie over verdozing langs de snelweg proberen we uit te leggen dat niemand naast een snelweg wil wonen. Waar wij nog wel beter in kunnen worden, is de ruimte die we innemen multifunctioneler te maken. En we hebben net als onze collega-sectoren te maken met het arbeidstekort. Om een zo attractief mogelijke sector te blijven, zetten we in op modern werkgeverschap en het aantrekkelijker maken van onze cao. Bijvoorbeeld door mensen zelf hun werktijden te laten inroosteren waar dat kan.’
Hoe ziet u de toekomst van de branche?
‘Die zie ik heel zonnig in. De leden van TLN zijn echte vernieuwers. Het vervoer en opslag van goederen efficiënter en duurzamer maken, daar zijn wij als sector helemaal klaar voor. Ik denk ook dat wij onze ondernemers kunnen helpen om bij die toekomst te komen. Maar we willen wel middelen om zaken aangezwengeld te krijgen. En ik vind dat je koplopers moet belonen als ze investeren en een risico nemen.’
En van de branchevereniging?
‘Ik vind het weleens lastig dat er heel veel brancheverenigingen zijn die voor hun eigen deelbelang gaan. Het moet niet zo zijn dat degene die het hardste roept altijd maar zijn zin krijgt. Ik denk dat de toekomst ligt in samenwerking tussen verenigingen om een hoger niveau van belangen na te streven. Wij zijn bijvoorbeeld lid van de mobiliteitsalliantie, waar ook de fietsersbond en OV-partijen actief in zijn. Als mobiliteit een recht voor iedereen is, hoe kunnen we dat nou samen zo goed mogelijk invullen? Dat betekent ook dat je wel eens wat moet slikken van elkaar en het belang van die andere sectoren moet willen zien.’
Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW en MKB-Nederland?
‘Eerst waren we alleen lid van VNO-NCW, omdat we daar de meeste aansluiting zagen bij grote onderwerpen die voor ons van belang waren richting de politiek. Vanwege specifieke onderwerpen voor ondernemers, zoals fiscaliteit, zijn we ook van MKB-Nederland lid geworden. Ik vind het heel goed dat VNO-NCW en MKB-Nederland naast elkaar bestaan, juist om die reden. Beide brengen andere belangen voor het voetlicht.”
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?
‘Ik zou met geen andere directeur van een brancheorganisatie willen ruilen, want volgens mij heb ik de allerleukste functie. Maar als ik dan toch mag ruilen met iemand, dan kies ik voor Focco Vijselaar. Omdat ik nog meer gevoel wil krijgen bij hoe de geluiden van mijn achterban bij de politiek terechtkomen.’