16 JAN, 2023 • Weekbulletin
Branchevereniging aan het woord: NPMB
In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week vicevoorzitter Joost van Hartevelt van de NPMB, de Nederlandse Piano- en Muziekinstrumentenbond.
Vertel eens over uw branche en brancheorganisatie.
‘Onze vereniging is opgericht in 1911. In die tijd waren het vooral piano-, vleugel- en orgelhandelaren die zich hebben verenigd. Door de jaren heen is onze branche en ook onze vereniging veranderd. Ooit hadden we wel 350 leden, nu zijn dat er 40. We zijn ook niet alleen meer een vereniging voor handelaren, ook werkplaatsen die tweedehands instrumenten opknappen vallen er nu onder.’
Hoe lang bent u al actief bij de NPMB en wat heeft u hiervoor gedaan?
‘Na mijn middelbare school heb ik een opleiding tot pianostemmer gevolgd. Vanaf 1975 ben ik in het vak blijven hangen. Inmiddels run ik een eenmanszaak en daarnaast ben ik als vrijwilliger actief bij de NPMB, sinds kort als vicevoorzitter. Ik vind altijd dat als er een branchevereniging is, dat je je daarbij aan moet sluiten. Anders sta je alleen. Mijn grootste motivatie om in het bestuur te zitten, is dat ik me in mijn functie mag bemoeien met de opleiding tot pianotechnicus in Amsterdam, de enige in zijn soort in Nederland. Nieuwe aanwas blijft nodig in ons vak.’
Wat zijn actuele kwesties voor jullie?
‘Op dit moment hebben wij te maken met CITES, internationale regelgeving die planten en dieren beschermt. Klavierbeleg werd natuurlijk ooit van ivoor gemaakt. In 1975 hebben we afgesproken dat we geen olifanten meer zouden gebruiken hiervoor – waarmee wij het uiteraard roerend eens zijn. Maar er zijn nog wel piano’s en vleugels in de handel die met ivoor uit voorraad gemaakt zijn na 1975. Die mogen niet meer worden verhandeld. Over dit onderwerp zijn we druk in gesprek met de RVO.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘De mbo-opleiding in Amsterdam tot pianostemmer is de enige in zijn soort. De opleider krijgt per leerling een financiële vergoeding om de opleiding te verzorgen. Daarmee moeten de financiën uitkomen. Dit jaar zijn er acht studenten gestart: te weinig om alle kosten te dekken. We zijn nu dus afhankelijk van de goodwill van een opleider, want het kost ze geld. Wij vinden dat de opleiding moet blijven bestaan, onafhankelijk van het aantal leerlingen. Daarvoor willen we dit jaar aandacht vragen in Den Haag.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche en brancheorganisatie?
‘Als branche zijn we zo gezond als een vis. We hebben net een flinke crisis achter de rug in de vorm van corona, waardoor veel concerten uitvielen. Ondanks dat hebben we genoeg werk, omdat we werken voor zowel particulieren als orkesten. Wel lastig is het vinden van vrijwilligers voor onze vereniging, vooral jongere mensen. Ons bestuur bestaat nu uit drie mensen, liever zijn dat er vijf. We zijn nu eenmaal afhankelijk van mensen die dit naast hun baan willen doen.’
Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?
‘Via MKB-Nederland vinden wij onze weg naar de bestuurders van Nederland. Als je niet zo’n grote achterban hebt, dan word je niet gezien. MKB-Nederland is voor ons een prima kapstok om ons te presenteren. En we zijn brutaal genoeg om te vragen om wat we nodig hebben. Zo zijn we als kleine branchevereniging toch de verbinding tussen onze leden en de politiek.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?
‘Eerlijk gezegd heb ik geen behoefte om te ruilen. Ik heb geen idee wat er gebeurt achter de schermen van de grotere brancheverenigingen. En ik ambieer ook helemaal geen bestuursfunctie. De passie voor muziek en instrumenten is waarom ik dit doe.’