25 OKT, 2023 • Weekbulletin
Branchevereniging aan het woord: Koninklijke VHG
Koninklijke Vereniging van Hoveniers en groenvoorzieners (VHG) is de branchevereniging voor ondernemers in het groen. Algemeen directeur Marc van Rosmalen vertelt.
Vertel eens over uw branche en branchevereniging.
‘De groenbranche is essentieel voor de opgave van Nederland om bouwen klimaatadaptief, biodivers en natuurinclusief aan te pakken. Groen is de meervoudige oplossing voor een beter klimaat, een gezondere leefomgeving en het welzijn van mensen en dieren. Het moet dus het uitgangspunt zijn bij het ontwikkelen van projecten. Onze missie is om vakkundig te zorgen voor een groene en gezonde leefomgeving, als bedenkers en als makers.
We hebben 1.100 leden, dat is een derde van de bedrijven in de groenbranche. Daarmee vertegenwoordigen we 13.000 van de 23.000 mensen die in deze branche werken. Vooral ondernemers zien de meerwaarde van het lidmaatschap, zzp’ers worden vaak geen lid. VHG heeft een kantoor in Ede. In het groen natuurlijk. Met 15 mensen werken we aan belangenbehartiging, kennisontwikkeling en kennisdeling. We helpen leden ook met bedrijfsbezoeken, bedrijfsscans en onze ondernemershelpdesk. Daarnaast zijn we verantwoordelijk voor het afsluiten van de sector-cao.’
Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?
‘Anderhalf jaar. Ik heb een achtergrond in brancheverenigingen. Hiervoor werkte ik bij de bij de NVM, de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs. En nog eerder bij Aedes, de branchevereniging van woningcorporaties. Dus er is altijd een combinatie van ruimtelijke ordening met het sociale aspect. Ook nu: het is niet alleen dat VHG groen wil realiseren, maar er zit ook een maatschappelijke component aan vast van de gezonde leefomgeving.’
Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?
‘Het belangrijkste punt is dat we de waarde van het groen meetbaar willen maken. We noemen dat groennormen. Iedereen heeft het over de vergroening van Nederland en over meer groen. Maar willen ook goed kijken naar de impact, kwaliteit en duurzaamheid daarvan. Je kunt wel een grasveld aanleggen, maar draagt dat bij aan de doelen die je als samenleving of als gemeente hebt?
Een ander belangrijk punt is ketensamenwerking. Het is essentieel dat groenprofessionals vroeg bij projecten betrokken worden. Als je bijvoorbeeld een gebouw realiseert en je wilt een groen dak, dan komt het regelmatig voor dat de draagconstructie dat helemaal niet aankan. Vaak omdat daar aan de voorkant niet goed over nagedacht is.
Verder werken we aan de ontwikkeling van het groenonderwijs van de toekomst, in samenwerking met vmbo’s, mbo’s en hbo’s. Omdat ook onze sector te maken heeft met een tekort aan medewerkers, hebben we door het hele land hotspots georganiseerd. Daar werken onze ondernemers samen met onderwijsinstellingen op het gebied van onderwijsontwikkeling, stages en de arbeidsmarkt. Zodat studenten als ze klaar zijn voor ons beroep bij onze leden aan de slag kunnen.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘De groennormen zijn voor ons een belangrijk lobbypunt. Verder houden we ons bezig met zaken als zero-emissiezones, samen met een aantal andere brancheverenigingen. Enerzijds door leden te helpen met verduurzamen, anderzijds door te zorgen voor goede omstandigheden om dat te doen. We zijn blij dat de Tweede Kamer nu wil dat kleine ondernemers tot 2028 met busjes op brandstof mogen blijven rijden in de stad. In eerste instantie zou dat vanaf 2025 verboden zijn, maar MKB-Nederland en andere partijen hebben gepleit voor een uitzondering.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche?
‘De vergroeningsomgave is natuurlijk enorm. Zowel in en op gebouwen en in tuinen als in woonwijken en op bedrijventerreinen. En daar is onze branche hard voor nodig. Dus in die zin zien wij de toekomst positief tegemoet. VHG vervult daarnaast een belangrijke rol als de ontwikkelaar van vakkennis en kunde. Wij blijven benadrukken dat onze beroepsgroep vroeg bij projecten betrokken moet worden. We doen ook mee aan allerlei maatschappelijke initiatieven die vanuit het Rijk zijn opgestart. Zo dragen met onze kennis en ons netwerk bij aan de Agenda Natuurinclusief die het ministerie van LNV heeft laten opstellen. We willen daar een spilfunctie in vervullen.’
Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW en MKB-Nederland?
‘Ook leden van VNO-NCW krijgen te maken met de noodzaak en de behoefte om te vergroenen. Dus op dat niveau willen we aangehaakt zijn en een bijdrage leveren. En omdat de meeste van onze lidbedrijven mkb zijn, willen we via MKB-Nederland ook onze specifieke mkb-lobbydoelen bereiken.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?
‘Met Andrea Vollebregt, directeur van de Vereniging van Waterbouwers. Dat lijkt me interessant vanwege de vele raakvlakken van het werk van haar en onze leden. En vanwege de grote uitdagingen die bouwen in, op en aan het water in onze delta met zich meebrengen in relatie tot het groen.’