19 APR, 2023 • Weekbulletin

Branchevereniging aan het woord: DUFAS

In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week Iris van de Looij, directeur van DUFAS, de branchevereniging voor vermogensbeheerders in Nederland.

 

Vertel eens over uw branche en branchevereniging.

‘Wij vertegenwoordigen de vermogensbeheersector in Nederland. Dat zijn de partijen die het pensioen beleggen van alle Nederlanders. We hebben dus een groot maatschappelijk belang. Ons verplichte collectieve systeem is uniek in Europa. Met ongeveer 1800 miljard euro aan belegd vermogen zijn we een van de 5 grootste beleggingsmarkten binnen de EU. Onze vereniging telt 54 leden en we werken met een team van 11 personen. Daarvan zijn er 6 zzp’ers die ook voor andere bedrijven werken. We doen veel juridisch werk. In mijn team heb ik daarom een paar sterke juristen.’

 

Hoe lang bent u voorzitter en wat heeft u hiervoor gedaan?

‘Zelf heb ik een beleggingsachtergrond en heb voor vermogensbeheerders gewerkt in verschillende Europese landen. Sinds 2019 ben ik directeur van DUFAS. Vooraf had ik geen idee hoe het werk van een brancheverenigingsdirecteur eruitzag. Maar het is een rol die goed bij me past: afwisselend, technisch inhoudelijk en ik vind het een enorme eer om de belangen van mijn leden te mogen behartigen.’

 

Welke actuele kwesties spelen er voor jullie?

‘Er komt een boel nieuwe Europese duurzaamheidsregelgeving aan voor beleggingen. Het pakket is erop gericht om via de geldstromen van beleggers invloed te kunnen uitoefenen op de duurzaamheidsdoelen. De Europese Commissie heeft hier veel haast mee, en dat is ook terecht.  Maar door die haast is de regelgeving van slechte kwaliteit. Het is vaak niet af en het wordt ook nog in de verkeerde volgorde uitgerold. We moeten dan al informatie aan onze klanten verstrekken terwijl onder de motorkap nog niet alles geregeld is. Informatiebeveiliging is een ander belangrijk thema. Waar geld is, zijn hackers. Ook op dit onderwerp komt er vanuit de EU nieuwe regelgeving aan.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Internationaal willen we de duurzaamheidstandaarden binnen Europa zoveel mogelijk op één lijn krijgen. Binnen Europa denken we dat dit wel gaat lukken. Het liefst zien we wereldwijde standaardisering omdat onze leden ook buiten Europa beleggen en daarover moeten rapporteren. In Nederland is onze lobby gericht op het voorkomen van specifieke Nederlandse regelgeving. Afwijken van Europese regels is lastig en kost geld. Bovendien kan strikte regelgeving ervoor zorgen dat beheerders hun heil buiten Nederland gaan zoeken. Dan hebben de Nederlandse politiek en de toezichthouder er geen grip meer op. En we hebben het hier wel over ons pensioengeld.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branche?

‘Er is veel consolidatie in onze markt. Er is veel prijsdruk en de kosten voor regelgeving nemen toe. Dat betekent dat schaalgrootte steeds belangrijker wordt. De middelgrote, Nederlandse bedrijfsnamen verdwijnen daarmee uit de markt. Een recent voorbeeld is de overname van de asset manager van Nationale Nederlanden door Goldman Sachs Asset Management. We bewegen naar een markt met paar heel grote internationale spelers. Tegelijkertijd zien we ook een tegenbeweging aan de onderkant: de groei van kleinere partijen die zich op een niche richten neemt toe.’

 

En van de branchevereniging in het algemeen?

‘Bij een vereniging doe je wat je niet alleen kunt doen. Zolang er onderwerpen zijn waar dat speelt, hebben we toegevoegde waarde, daar ben ik van overtuigd. Door inflatie en hogere loonkosten merk ik wel dat partijen kritischer kijken naar de kosten van het lidmaatschap.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Wij willen dat onze leden als ondernemers en werkgevers ook goed vertegenwoordigd zijn in Nederland. We zijn internationaal gericht, maar gebruiken ons lidmaatschap voor nationale zaken als fiscale en arbeidsregelgeving.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan zou ik willen ruilen met een directeur uit de energiesector of metaalindustrie. Alle schijnwerpers zijn nu gericht op sectoren die sterk vervuilend zijn. Ik ben heel benieuwd hoe daar de afweging wordt gemaakt tussen het maatschappelijk belang en het eigenbelang. Dat lijkt me echt een uitdaging.’