14 APR, 2023 • Column
55 procent CO2-reductie kan als we nu de handen uit de mouwen steken
‘Opzij, opzij, opzij,
maak plaats, maak plaats, maak plaats,
wij hebben ongelofelijke haast’
‘k Moest de laatste dagen aan dat liedje van Herman van Veen denken. Want we hebben haast. Ongelofelijke haast zelfs als we in 2030 55 procent CO2 minder willen uitstoten in Nederland. Dat is al over zeven jaar!
Nog maar weinig tijd om CO2-reductie te realiseren
Als je dat getal even tot je door laat dringen, zou je het bijna afvragen: kan dat wel? Want heel concreet betekent dat, dat we nog zeven jaar hebben om héél veel wind op zee te bouwen. Zeven jaar om ons huidige elektriciteitsnet dat we in honderd jaar hebben aangelegd te verdubbelen. Zeven jaar om de bij die 55 procent horende ondergrondse CO2-opslag, elektrolyse-capaciteit en leidingen voor waterstof te realiseren. En dat terwijl we een gierend tekort aan mensen hebben en het gemiddeld acht jaar duurt voor ergens een vergunning voor wordt gegeven.
Nu handen uit de mouwen steken
En toch zijn bedrijven ervan overtuigd dat het kan. Dat we dit met zijn allen voor elkaar kunnen krijgen. Als ondernemers zoiets zeggen, dan kun je aannemen dat het ook lukt. Want het mooie van ondernemers is, ze hebben een ongelofelijke wil om iets voor elkaar te krijgen. En het zijn ook de types die zeggen: handen uit de mouwen en aan de slag. Precies die eigenschappen hebben we nu hard nodig.
De tijd van plannen maken is voorbij. Het is nu belangrijk onze energie te steken in de uitvoering ervan. En te zorgen dat alle knelpunten die nog in de weg staan aan succes uit de weg te ruimen.
Ruim nu knelpunten op
Ondernemers staan echt te trappelen om met verduurzaming aan de slag te gaan. Ze hebben de plannen klaarliggen en onder de juiste voorwaarden komt het geld er ook wel. Het lukt alleen niet omdat ze geen vergunning kunnen krijgen of omdat er geen aansluiting op het elektriciteitsnet, een waterstofnet of een CCS-pijpleiding beschikbaar is. Juist nu hebben we een overheid nodig die naast de ondernemer gaat staan en regelt wat nodig is om het doel voor 2030 voor elkaar te krijgen. Kortom: een overheid die kiest voor ‘niet lullen maar poetsen’. Daar hebben bedrijven wat aan én de samenleving ook. Als de Tweede Kamer komende maandag praat over de klimaatplannen, het zogenoemde IBO-klimaat, dan hoop ik dat dat het uitgangspunt is. Dan komen we tenminste ergens.
Emile Rodenhuis
Beleidssecretaris energie en klimaat