Conjunctuurinformatie: Nog geen faillissementspiek

13-07-2020

De coronacrisis heeft vooralsnog niet geleid tot een opvallende piek in het aantal uitgesproken faillissementen. Met 1.633 lag het aantal zaken dat in de eerste helft van dit jaar failliet is verklaard, nagenoeg gelijk aan de 1.628 bedrijven die in de eerste helft van 2019 bankroet gingen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

 

In juni werden gecorrigeerd voor zittingsdagen 231 bedrijven failliet verklaard. Dat waren er 34 minder dan in juni 2019. Vooral in de handel vielen veel bedrijven om. Hier ging het om 61 bedrijven, acht meer dan in mei. Daarbij moet worden aangetekend dat de handel tot de bedrijfstak met het meest aantal bedrijven hoort. Relatief gezien vielen vooral in de horeca klappen. Hier gingen 36 bedrijven failliet, tegen 31 in mei.

 

In mei 2013 piekte het aantal uitgesproken faillissementen. Daarna was sprake van een dalende trend, waarbij sinds het najaar van 2018 sprake is van een redelijk vlak niveau. Daarbij houdt het CBS wel rekening met de zittingsdagen. Veel rechtbanken doen faillissementsuitspraken op een vaste dag in de week, doorgaans de dinsdag. De ene maand telt daardoor meer van deze zittingsdagen dan de andere. Het cijfer van het CBS is voor zittingsdagen gecorrigeerd.

 

Sterke daling industriële productie

De industrie in Nederland heeft flink te lijden onder de coronacrisis. In mei produceerde de sector dagelijks gemiddeld 12,5 procent minder dan een jaar eerder. Dat is de sterkste daling in meer dan elf jaar tijd. In april was nog sprake van een daling van de industriële productie van 11 procent, waar dat in maart nog 1,9 procent was.

 

Vooral in de transportmiddelenindustrie bleef de situatie uiterst moeizaam. Deze daling van 38,6 procent was toch net iets minder sterk dan een maand eerder. Dit kwam vooral doordat in de auto-industrie een aantal grote fabrieken weer opengingen.

 

In bijna alle bedrijfsklassen van de industrie lag de productie lager dan vorig jaar. Bij producenten die zich bezighouden met reparatie, onderhoud en service was de daling 28,6 procent. Metaalbedrijven produceerden in doorsnee 16,7 procent minder. De daling gold niet voor de machine- en de tabaksindustrie.

 

Verder meldt het CBS dat het producentenvertrouwen verder herstelt. In juni waren ondernemers in de industrie opnieuw minder negatief dan een maand eerder. Vooral het oordeel over de verwachte bedrijvigheid verbeterde enorm. Dat komt ook doordat het vertrouwen in belangrijke afzetmarkt Duitsland verbetert.

 

Nieuwbouw wordt wederom duurder

Nieuwbouwwoningen zijn in het eerste kwartaal van dit jaar wederom duurder geworden. Dat melden het CBS en het Kadaster op basis van de jongste cijfers. Mede door de hogere prijzen voor nieuwbouwwoningen stijgen de huisprijzen in Nederland opnieuw harder dan het Europees gemiddelde.

 

In de eerste drie maanden van dit jaar nam de prijs van een nieuwbouwkoopwoning gemiddeld met 4,8 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. Dat is wel de kleinste stijging sinds 2016. In het voorgaande kwartaal werd nieuwbouw 7,4 procent duurder.

Gekeken over alle koopwoningen, dus inclusief bestaande huizen, was er volgens het CBS sprake van een prijsstijging van 6,3 procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Dat is een hardere stijging dan in Europa, waar koopwoningen gemiddeld 5,5 procent in prijs toenamen. Luxemburg kende met 14 procent de grootste stijging van de huizenprijzen in het eerste kwartaal. Hongarije was het enige land waar de huizenprijs daalde op jaarbasis.

 

Consumentenvertrouwen nagenoeg onveranderd

Het vertrouwen van Nederlandse consumenten in de economie is in de tweede helft van juni nauwelijks veranderd. Volgens het CBS zijn consumenten iets minder negatief over de koopbereidheid, maar veranderde het oordeel over het economisch klimaat niet.

Het consumentenvertrouwen kwam in de tweede helft van juni uit op min 26, tegen min 27 tijdens de reguliere juni-meting. Daarmee ligt het vertrouwen nog altijd ver onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar. Dat staat op min 5. Het vertrouwen bereikte in januari 2000 de hoogste stand ooit op 36. Het dieptepunt werd bereikt in maart 2013 met min 41.

 

Consumenten zijn minder negatief over de financiële situatie in de komende twaalf maanden. Ook is de tijd voor het doen van aankopen iets gunstiger: de koopbereidheid ging van min 11 naar min 8. Vanwege de coronacrisis meet het CBS twee keer per maand het vertrouwen onder consumenten, waar dit normaliter een keer per maand gebeurt.