Niek Jan van Kesteren: ‘Alles valt uit elkaar, maar wij zijn er nog’

24-08-2016

Negen kabinetsperioden en bijna dertig jaar na zijn start bij VNO-NCW neemt Niek Jan van Kesteren afscheid. Een terugblik, maar niet zonder zorgen over de toekomst. ‘Als de PVV in 2017 wint, Merkel verliest en Le Pen en Trump in Frankrijk en de VS aan de macht komen, hebben we een rare wereld.’

1982

Na de verkiezingen kondigt Dries van Agt zijn vertrek aan. Dat betekent de start van een nieuw tijdperk: twaalf jaar lang zal de katholieke Ruud Lubbers als minister-president zijn stempel drukken op Nederland. Niek Jan van Kesteren is op dat moment nog een jonge ambtenaar op het ministerie van Defensie.

‘Voordat ik bij het NCW kwam, interesseerde economie me niet zo erg. Het economisch herstel was in de jaren tachtig een belangrijk thema, maar dat ging langs me heen. Dat geldt ook voor het Akkoord van Wassenaar dat de sociale partners sloten in 1982.’
‘De kruisrakettendiscussie heb ik wel gevolgd. Ik werkte toen op het ministerie van Defensie, als hoofd van de afdeling arbeidsvoorwaarden en was voor verder militariseren. Dat is altijd verstandig. Hoe kun je – ook nu – denken dat Europa kan overleven zonder de buitengrenzen te beschermen? We moeten een gezamenlijke krijgsmacht vormen.’
‘Lubbers heeft die twee dingen goed gedaan: de economie hersteld en de kruisrakettenkwestie gepacificeerd door een compromis voor te stellen. Als de Russen ze niet zouden plaatsen, dan wij ook niet. Briljant natuurlijk: alsof de Sovjet-Unie daarnaar zou luisteren. Maar uiterst effectief voor binnenlands gebruik.’ 

1986

‘Laat Lubbers zijn karwei afmaken’, was de slogan waarmee het CDA de verkiezingen in was gegaan. Het tweede kabinet-Lubbers wil verder met het gezond maken van de economie. Van Kesteren maakt in 1987 de overstap naar de Christelijke werkgeversorganisatie NCW.

‘Mijn overstap naar het NCW was toevallig. Ik had bij wijze van spreken net zo goed bij de vakbond kunnen gaan werken: ik heb niet de overtuiging dat ondernemersbelangen altijd beter zijn. Het gaat om het evenwicht tussen de belangen van werkgevers en werknemers. Maar het ondernemersbelang moet wel bevochten worden, want veel politici begrijpen ondernemers niet zo goed.’
‘Het besef dat ondernemers voor werk en belastinginkomsten zorgen en daarmee de boel draaiende houden, is er niet. Er is nog altijd het diepe wantrouwen dat ondernemers mensen uitbuiten en hun eigen zakken vullen, en de wereld vervuilen.’
‘Ik heb wel heel veel geleerd in mijn tijd bij Defensie, meer nog dan bij het NCW: de werking van macht. Zo’n ministerie is één grote slangenkuil, daarin moet je zien te overleven. Maar  als je in het water ligt, moet je zwemmen. Ik heb er geleerd dat zaken tijd vergen en dat het uiteindelijk altijd over persoonlijke belangen gaat. Heel weinig mensen gaan puur voor het algemeen belang.’ 

1991

De bezuinigingen die Lubbers doorvoert en de hervormingen in de sociale zekerheid roepen veel weerstand op. We moeten ophouden met sikkeneuren over wat we niet hebben, zegt hij in de campagnespot ‘Stem zeker!’ Van Kesteren wordt dat jaar directeur sociale zaken bij het NCW.

‘Politici die het volk de waarheid durven zeggen, zijn er niet zoveel. Het is tegenwoordig moeilijk om een politicus te zijn. Vergelijk het met iemand die in een vol café moet uitleggen waarom een vluchteling eerder een huis krijgt dan iemand die al jarenlang op de wachtlijst staat. Dat is onmogelijk, dan moet je zóveel gezag hebben. Veel mensen die klagen, hebben het echt niet zo slecht. Als je vraagt wat nou concreet hun probleem is, geven ze dat ook wel toe. Maar ze hebben het gevoel dat zij het werk doen, Den Haag hun belastingcenten op maakt en buitenlanders allemaal een uitkering krijgen.’ 

1994

Er trad voor het eerst sinds 1918 een kabinet aan zonder Christendemocraten. Onder leiding van Wim Kok hadden de PvdA, VVD en D66 het economisch tij mee en konden lasten verlichten en dereguleren. In 1996 fuseren het VNO en NCW. Van Kesteren wordt er directeur sociale zaken.

‘Nee, ik ervoer het niet als schok dat er een kabinet aantrad zonder CDA. Natuurlijk was het NCW een bijwagen van het CDA. De lijntjes waren kort. Maar dat het CDA het niet altijd zou houden, was geen verrassing. Daarom heb ik als directeur sociale zaken ook altijd gestreefd naar die samenwerking met het VNO. Die fusie zie ik als mijn belangrijkste bijdrage. Je ziet alles uit elkaar vallen: politieke partijen, vakbonden, kerken, maar wij zijn er nog steeds.
‘De tweede helft van de jaren negentig is een van de beste perioden geweest voor de Nederlandse samenleving. Wim Kok had een groot vertrouwen bij de bevolking, zoon van een timmerman, selfmade en nuchter. Je zou hem je portemonnee geven. Als hij in de politiek was gebleven, had Pim Fortuyn geen kans gemaakt.’

1994

Een van de eerste crises waar Paars mee te maken kreeg, was het uit de hand lopende asielbeleid: 52 duizend asielzoekers in 1994 met beelden van lekkende tentenkampen op de hei. Tijdens Paars II viel het kabinet bijna over het correctief referendum: Hans Wiegel hield het eigenhandig tegen in de Eerste Kamer. Uiteindelijk viel het kabinet over de afwikkeling van het Srebrenica-drama. In 1999 wordt Van Kesteren algemeen directeur van VNO-NCW.

‘De vluchtelingenstroom in de jaren negentig was groot, maar toch van een andere orde dan de huidige vluchtelingencrisis. Het ging puur om voormalig Joegoslavië. Nu zit achter de vluchtelingen uit Syrië het spookbeeld van honderden miljoenen Arabieren en Afrikanen die in hun kielzog zouden kunnen volgen. Je had toen ook die islamhaat nog niet. De multiculturele samenleving was op haar hoogtepunt: laat ze hun eigen ding doen, wie zijn wij om te zeggen hoe anderen moeten leven.’
‘Uiteindelijk heeft die houding wel de val van Paars ingeleid. De integratie van buitenlanders was aan het mislukken en dat werd ontkend door linkse politici. Het sluimerde enorm in de klassieke volkswijken. Waar dat toe leidde, is perfect voorspeld in de Tegenpartij van Van Kooten en De Bie. Jacobse en Van Es liepen twintig jaar vooruit op Pim Fortuyn.

2002

Negen dagen voor de verkiezingen wordt op 6 mei Pim Fortuyn vermoord. Het leidt tot een kortstondig kabinet van CDA, VVD en LPF onder leiding van de tot dan toe vrij onbekende politicus Jan Peter Balkenende.

‘De dood van Pim Fortuyn vond ik verschrikkelijk in menselijk opzicht en politiek het summum van het kwaad. Als je iemand doodschiet omdat je het niet met hem eens bent, kom je in het rijk van Jozef Stalin: geen man, geen probleem.’
‘Een paar dagen voor de moord op Fortuyn zocht ik hem op in zijn huis in Rotterdam. Er hing een doemsfeer. Hij vroeg zich af waar hij aan begonnen was. Hij zou de verkiezingen gaan winnen en had niemand om zich heen. Het was totale eenzaamheid.’
‘Pim Fortuyn heeft de zwijgende meerderheid aan de macht geholpen. De meerderheid die het vroeger ook niet eens was met de links-liberale elite maar toen nog zijn mond hield. Fortuyn zei tegen het volk dat het gelijk had. ‘Dan gaan we ook meedoen’, zei het volk. Daarna is het niet meer stil geworden, geholpen door de sociale media en politici die zeiden dat ze naar het volk gingen luisteren.’

2003

Na een zeer onrustige en kortstondige kabinetsperiode wordt de LPF vervangen door D66 en gaat Balkenende II van start. Dat struikelt in 2006 over de kwestie rond Hirsi Ali. Na een overgangskabinet, gaat in 2007 Balkenende IV aan de slag. In 2010 valt het kabinet door onenigheid over de inzet van militairen in Afghanistan.

‘Balkenende was totaal onvoorbereid want niet voorbestemd voor de job, maar hij heeft het heel goed gedaan. Met zijn tweede kabinet met de VVD heeft hij onder meer problemen met de WAO en de Ziektewet opgelost. Als gelovig man en wetenschapper had hij een maatschappijconcept bedacht dat hij vervolgens uitvoerde. In het volgende kabinet met D66 werd het een stuk lastiger, en daarna met de PvdA helemaal niks. Ik heb hem daar nog voor gewaarschuwd: regeren met de PvdA is dodelijk voor het CDA. Ik weet niet waarom dat zo is. Ze hebben te weinig gevoel voor elkaar.’

2010

Na moeizame formatiebesprekingen komt het tot een minderheidskabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV. Onder leiding van de eerste liberale premier in tijden: Mark Rutte. In 2012 wil Wilders echter niet tekenen voor de aanpak van het begrotingstekort en haakt af. In hetzelfde jaar wordt Van Kesteren door een nauwe samenwerking tussen VNO-NCW en MKB-Nederland ook algemeen directeur van MKB-Nederland.

‘Ik was vóór Rutte I met gedoogsteun van de PVV. Er was geen alternatief en ik zag het als een manier om de PVV in het systeem te brengen. Geef ze verantwoordelijkheid, dan komen er concessies en normaliseert de situatie. Het is anders uitgepakt omdat Wilders geen verantwoordelijkheid wilde nemen voor de bezuinigingen van het kabinet.’
‘Soms zijn er grenzen. Haat kweken moet je bestrijden, vind ik. We kunnen het vluchtelingenprobleem misschien niet oplossen, maar wat heeft het voor zin om de mensen nou nog meer op te lieren tegen buitenlanders en elkaar? Sinds Pim Fortuyn moeten we zeggen wat we denken, maar als je dat in het gewone leven doet, schiet het aantal echtscheidingen verder omhoog. Als ik in de auto zit, zet ik het liefst Radio 4 aan, want van programma’s als Standpunt NL word ik na een kwartier al depressief.’

2012

Ditmaal gaan VVD en PvdA met elkaar in zee. De overheidsfinanciën moeten op orde worden gebracht, met een ‘eerlijke’ lastenverdeling. Het kabinet-Rutte II moet dat doen met een zeer krappe meerderheid in de Tweede Kamer en een minderheid in de Eerste Kamer.

‘Mark Rutte past bij deze tijd: hij is in staat om onmogelijke dingen bij elkaar te houden dankzij zijn geestelijke flexibiliteit en uithoudingsvermogen. Hij kan met iedereen regeren. Ik kan ook met iedereen samenwerken. Je moet niet ideologisch zijn, maar kijken naar de realiteit. Neem mensen zoals ze zijn, of ze nu deugen of niet. Wie ben ik om dat te zeggen? Mensen vertegenwoordigen belangen. En dan moet je toch om tafel.’
‘Ik zie het bedrijfsleven als de vertolker van de redelijkheid. Dat is ook mijn houding. Ik geloof in de middenweg. Ondernemers stemmen niet zo vaak op de PVV. Zij zijn niet de ontwrichtende kracht in de samenleving.’

2017

In maart staan verkiezingen gepland. Zowel VVD als PvdA staan op dit moment op verlies in de peilingen, ondanks dat een kabinet voor het eerst in tijden de rit helemaal lijkt uit te zitten. Sinds juni 2015 is Van Kesteren lid van de Eerste Kamer namens het CDA. Op 31 augustus 2016 neemt hij officieel afscheid bij VNO-NCW waar hij aanblijft als adviseur van de directie.

‘Nederland is een ijzersterk, heel leuk en rijk land. Maar ik ben bezorgd over Europa, en daarmee over Nederland, want wij kunnen het niet zelf. Er zijn bedreigingen van buiten. Als de Verenigde Staten niet meer alles betalen aan de NAVO en Europa aan zichzelf overlaat. Als Rusland en Turkije aan Europa gaan peuteren. Als we het vluchtelingenprobleem niet tackelen en er honderdduizend mensen per jaar bij komen. Als de radicale islam blijft stoken en er meer aanslagen komen. Als die mix van dingen plaatsvindt, dan wordt het heel ongezellig in Europa. Neem het angstscenario voor 2017: PVV wint, Merkel verliest, Le Pen wint, Trump wint. Dan hebben we wel een rare wereld.’