John de Wolf is vooroordelen zat: 'Werkgevers zijn zelf vaak 50-plus. Nou dan!'

29-06-2016

Er gingen wat wenkbrauwen omhoog toen oud-voetballer John de Wolf (53) werd gepresenteerd als ambassadeur voor werkzoekende vijftigplussers. Zelf haalt hij daar zijn schouders over op. Hij concentreert zich liever op de doelgroep. ‘Met een arm om de schouder voor de één en een schop onder z’n hol voor de ander.’

 

Blijf dicht bij jezelf, is een van de credo’s van John de Wolf in zijn rol als ambassadeur van werkzoekende vijftigplussers. Dat doet hij zelf ook. Het interview vindt plaats in zijn favoriete Italiaanse bistro in zijn woonplaats Leiden. Hij is gekleed in t-shirt en spijkerbroek. Naast hem hangt een colbert met overhemd, voor foto’s en officiële gelegenheden.

 

Meneer De Wolf, er is hier en daar verrast gereageerd op uw benoeming.

‘Daar heb ik weinig van meegekregen. Het is als met sport: je hebt voor- en tegenstanders. Als mensen willen klagen, doen ze dat toch. Ik heb een brede rug ontwikkeld en ga daar mijn energie niet in steken. Ik ben vereerd en trots dat ik hiervoor ben gekozen. Ik ben zelf vijftigplusser en had al een klik met werk­zoekenden.’

 

Hoe komt een oud-voetballer in die hoek terecht?

‘Ik hoorde een keer op de radio een wethouder praten over verplicht sporten voor werkzoekenden. Dat is blijven hangen. Toen ik coach was van Excelsior Maassluis heb ik de stoute schoenen aangetrokken en ben ik naar de gemeente gestapt. Het resultaat daarvan is dat ik twee keer per week met een groep werkzoekenden naar de sportschool ga. Ze moeten weer terug naar de regelmaat. Op tijd aanwezig zijn bijvoorbeeld. Dat hou ik als een soort schoolmeester bij. Ze worden weer fit, leren werken in teamverband. Na een paar weken zijn het andere mensen. Ze zien er fris en fruitig uit, en komen met een goeie kop en lachend binnen bij sollicitatiegesprekken. Van de eerste groep van 22 heeft de helft nu een baan.’ 

Wie is John de Wolf?Schiedammer John de Wolf (53) begon zijn profcarrière als voetballer in 1983 bij Sparta. Daarna speelde hij onder meer bij FC Groningen en Feyenoord. In 2000, op zijn 37ste, stopte hij met voetballen en werd hij coach in het amateurvoetbal. Sinds 2015 is hij coach van GVVV uit Veenendaal. Dit jaar is hij door minister Asscher benoemd tot ambassadeur voor werkzoekende vijftigplussers. Daarnaast is hij actief als voetbalanalist voor Fox, is hij betrokken bij een sportproject voor werkzoekenden en gaat hij dit jaar het theater in met andere oud-voetballers.

En toen belde Asscher?

‘Ik dacht eerst dat het Bananasplit was. Ze wilden eens wat anders dan een oud-minister. En ik ben een mensenmens. De een heeft een arm om de schouder nodig, de ander een schop onder zijn hol. Ik ga niet op de stoel van de minister zitten. Voor diepe inhoudelijke vragen over het actieplan moet je bij Asscher zijn, die heeft daar voor geleerd. Het is mijn taak als ambassadeur en boegbeeld om in eerste instantie reuring te maken, aandacht te krijgen voor het probleem. Nou, dat is volgens mij fantastisch gelukt. Ik wil de vooroordelen over vijftigplussers proberen weg te nemen. Vijftigplussers zouden niet fit, niet capabel en niet flexibel zijn. Nou, kijk eens, hier zit er één voor je.’

 

‘Vijftig­plusser niet fit? Kijk eens, er zit er één voor je’

 

Zelf wel eens met die vooroordelen te maken gehad?

‘Ik had met Feyenoord met 5-1 verloren van FC Twente toen werd gezegd dat het misschien wel mijn tijd was geweest. Ik was 31. Een paar dagen eerder was ik nog de held. Zo gaat het in het voetbal. Het belangrijkste is: blijf bij jezelf en geloof in jezelf. Trek je niet te veel aan van kritiek, behalve als die van mensen komt die het goed met je voor hebben. Dit is ook wel het land van vooral zeggen wat je fout doet.’

‘Als coach kreeg in na mijn eerste sollicitatie bij Excelsior Maassluis te horen dat ik niet in de profielschets paste. Weet je hoe geïrriteerd ik daar over was? Profielschets? Je hebt niet eens met mij gesproken! Anderhalf jaar later werd de toenmalige coach ontslagen en dreigde degradatie. Ik had een paar mensen in de club rondlopen die het bestuur aangaven dat ik geïnteresseerd was. Ik had ook kunnen zeggen: ‘De groeten met je club.’ Ik werd uitgenodigd en kreeg nog op de terugweg te horen dat ik de baan had. Zorg dat je aan tafel komt en kan laten zien wie je bent.’

 

Maar veel werkzoekende vijftig­plussers worden niet uitgenodigd voor een gesprek.

‘Dat besef ik, sommigen solliciteren zich scheel. Iemand had vijfhonderd sollicitaties geschreven en was gefrustreerd. Begrijpelijk, maar nummer 501 kan in de roos zijn. En hij uitte zijn frustraties in de sociale media. Dat lezen werkgevers ook. Maar goed, ik had die irritatie al na één keer, en ik heb nog genoeg andere dingen te doen. Als het niet lukt om een baan te vinden, doet dat wat met je ikkie. Ze schamen zich, want ze hebben altijd brood op de plank gebracht.’

 

En dan gaat meneer De Wolf even vertellen hoe het wél moet?

‘Nee, ik ga mee in hun gevoel. Het is wel goed dat ze het eens van een ander horen, die ze weer back to basics brengt. Ik ga niet iedereen aan werk helpen, was het maar waar. Maar ik leg overal mij oor te luisteren en neem dat mee naar Den Haag. Of ik neem letterlijk een groep vijftigplussers meer naar het ministerie.’

‘Ik was bij een verplichte elevator pitch bij het UWV: presenteer jezelf in 30 seconden. Dat zijn mensen niet gewend en vinden ze eng. Maar ze moeten het toch doen. Net als netwerkborrels waar werkzoekenden en werkgevers elkaar kunnen treffen. Want tegenwoordig is het niet meer alleen wat je kan, maar wie je kent.’

‘Ga niet voor die ene droombaan, ga op zoek naar werk. En blijf jezelf ontwikkelen. Ik heb laatst tien lezingen gegeven over raakvlakken tussen sport en bedrijfsleven aan medewerkers van de Rabobank Westland. De eerste keer voelde als een Champions League-wedstrijd: het water stond in mijn schoenen. Moest ik die hoogopgeleide bankmensen gaan vertellen hoe ze de bank moeten runnen? Maar de directeur die me had benaderd, gaf mij het vertrouwen. Soms blijk je onvermoede kwaliteiten te hebben.’

 

Wat moeten werkgevers doen?

‘Ik heb laatst een 32-jarige binnengebracht bij een bedrijf uit mijn netwerk. Die werkgever wil zijn oudere werk­nemers ontzien bij het maken van overuren. Die mensen zijn honkvast en werken er al tientallen jaren. Zij werken die nieuwe collega in. Dat is de ideale mix.’

‘Werkgevers moeten niet louter op cv’s afgaan. Je kunt natuurlijk niet iedereen uitnodigen als je zeshonderd sollicitatiebrieven krijgt, maar nodig voor de helft vijftigplussers uit en ga daarna pas oordelen, niet vooraf.’

 

‘Geen baan vinden doet wat met je ikkie’

 

Want ze zijn niet duur, ziek en inflexibel?

‘Wat duur betreft: rond je veertigste zit je vaak al aan het eind van je loonschaal en word je niet duurder. Een jongere is dan nog altijd goedkoper, maar daar staat ervaring tegenover. Jongeren hebben kleine kinderen en moeten ’s nachts vaak hun bed uit. Ouderen hebben meer rust.’

‘Werkgevers zijn vaak zelf ouder dan vijftig. Zijn zij zo vaak ziek en ongemotiveerd? De vijftigplusser van toen is ook niet meer die van nu. Ik vond mijn vader op zijn vijftigste oud. Nu ben ik het zelf geworden en voel ik me helemaal niet oud. Ik heb nu juist meer drang om me te bewijzen’.

 

Is dit niet het zoveelste actieplan? Leveren al die inspanningen wel genoeg op?

‘Als ik kijk hoeveel energie en aandacht er loskomt, hoeveel partijen ermee bezig zijn, heb ik er vertrouwen in dat we het tot een succes kunnen maken. We worden er in elk geval niet minder van. En iedere vijftigplusser die een baan vindt is er één. Vergeet ook niet dat mensen tegenwoordig tot hun 67ste moeten werken. Als je thuis gaat zitten, word je pas echt snel oud.’ 

Het actieplan van AsscherPerspectief voor vijftigplussers heet het actieplan dat minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de sociale partners heeft opgesteld. Doel is werkzoekenden te ondersteunen, werknemers wendbaarder te maken en werkgevers minder terughoudend te laten zijn bij het aannemen van 50-plussers. Daartoe worden bestaande maatregelen verbeterd en nieuwe geïntroduceerd. Voorbeelden zijn een no-riskpolis voor werkgevers bij ziekte van werknemers vanaf 56 jaar, verruiming van de mobiliteitsbonus voor het aannemen van een 56-plusser, en een proefplaatsing met behoud van uitkering van drie maanden. Met het plan is 68 miljoen euro gemoeid.