18 JUN, 2015 • Vijf vragen aan
'Fraude tast basis van samenleving aan'
De aanpak van fraude is versnipperd over een groot aantal organisaties. Het in mei gepresenteerde Institute for Financial Crime (IFFC) wil daar een einde aan maken. Met kennisuitwisseling, onderzoek en opleidingen. Het moet geen log lichaam worden. Wij gaan voor de korte klap, zegt Arthur de Groot, IFFC-directeur en forensisch accountant bij Deloitte.
Hoe ziet een instituut tegen fraude eruit?
Ik ben alleen begonnen met het Institute for Financial Crime, maar er is inmiddels een bestuur gevormd met acht stevige personen uit verschillende hoeken van fraudebestrijding. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk van de ongeveer driehonderd partijen en organisaties die actief zijn op dit gebied, zich bij ons aansluiten.
Je moet het IFFC vooral zien als een kennis- en expertisecentrum. We gaan bijeenkomsten, onderzoekstrajecten en opleidingen organiseren. De kennis van en informatie over fraude is nu erg versnipperd; het is spaghetti. Organisaties werken onvoldoende samen omdat ze elkaar nog niet kennen. Dus brengen we ze met elkaar in contact, bijvoorbeeld op het Fraude Film Festival in oktober. Je ziet daar dat beelden meer kunnen doen dan duizend woorden.
Neemt fraude toe?
Dat is moeilijk te zeggen. Er komt meer aan het licht, maar dat kan ook komen doordat er meer fraudezaken worden opgepakt. Waar het mij om gaat is de ondermijnende werking van fraude. Fraude tast het vertrouwen aan, en vertrouwen is de basis van onze samenleving. In de krant lees je over fraude bij bedrijven en de overheid. Het lijkt wel of fraude, ook als het gaat om grotere bedragen, wordt gezien als fietsendiefstal. Als die zaken niet worden opgepakt of pas na jaren voor de rechter komen, geef je mensen het idee dat fraude niet wordt bestraft. Waarom zouden zij zich dan wel aan de regels houden?
Je ziet ook dat bedrijven moeite hebben met alle regels die er komen om fraude tegen te gaan. Ze moeten aantonen dat zij het wél goed voor elkaar hebben.
Is fraudebestrijding geen gebed zonder einde?
Politie en justitie kunnen maar beperkt aandacht besteden aan fraudebestrijding. Ze hebben vaak andere prioriteiten, al dan niet politiek gedragen. Het is niet de bedoeling dat het IFFC politiewerk overneemt. De politie zou wel meer uit haar schulp mogen kruipen. Het is op dit onderwerp een teveel in zichzelf gekeerde organisatie. Het niveau moet ook omhoog. Financiële criminaliteit vergt meer kennis dan er nu is.
Zijn veel fraudezaken niet gewoon te complex?
Ja, het zijn doorgaans lange, arbeidsintensieve onderzoekstrajecten waarbij de bewijslast moeilijk voor elkaar te krijgen is. In extreme gevallen zoals de vastgoedaffaire, kan het zes tot negen jaar duren voordat personen voor de rechter komen.
Wij stellen voor om de civiele en strafrechtelijke aanpak ineen te vlechten, want de strafrechtelijke aanpak duurt te lang. Daarnaast willen we fraudeonderzoekers beter gaan opleiden. Nu moeten ze het qua kennis vaak afleggen tegen de fraudeurs, die zijn al verder met nieuwe ict-toepassingen.
Een Nationale Fraude Autoriteit, gaat die het verschil maken?
Ik weet dat SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen daar werk van maakt. Alles voor de goede zaak, zeg ik aan de ene kant. Aan de andere kant vraag ik me af of je zoiets bij wet moet regelen. Dat brengt het risico met zich mee dat het een log lichaam wordt. Wij zijn er meer voor de korte klap. Het mag best een beetje onstuimig. We gaan de grenzen opzoeken, bijvoorbeeld van de privacy.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.