Sinds de verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd is er in de praktijk veel gebeurd om langer doorwerken of flexibel met pensioen te gaan ook echt mogelijk te maken.
Ferme taal van een oud-FNV-voorzitter in dagblad Trouw: behalve een verhoging van de AOW-leeftijd is er van veel afspraken uit het Pensioenakkoord weinig terechtgekomen. De stratenmaker kan nog steeds niet eerder met pensioen, aan duurzame inzetbaarheid wordt veel te weinig aandacht besteed en naar scholing kunnen werknemers fluiten. Dáár moet het kabinet na de verkiezingen iets aan doen, stelt de oud-voorzitter.
Pensioenakkoord
Even het geheugen een beetje opfrissen. Hoe zat het ook al weer? Toen het Pensioenakkoord in 2011 werd besproken, waren het juist vakbondsvoorzitters van FNV Bondgenoten en FNV die met elkaar overhoop lagen. Uiteindelijk heeft de politiek via het zogenoemde Lente-akkoord verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd afgesproken. De politiek koos toen niet voor flexibilisering van de pensioenleeftijd, omdat dat kostbaar zou zijn in de uitvoering en een negatief effect zou hebben op de arbeidsparticipatie van ouderen.
Duurzame inzetbaarheid
Hoe is de situatie nu? Laten we de feiten even op een rijtje zetten. En dan zien we dat langer doorwerken sinds de verhoging van de pensioen- en AOW-leeftijd juist een zeer belangrijk arbeidsvoorwaardenthema geworden. Ga maar na: in 75 procent van de cao’s staan afspraken over duurzame inzetbaarheid en afspraken over wat met een mooi woord employability heet. De feitelijke pensioenleeftijd is in tien jaar tijd gestegen van 61 naar ruim 64,5 jaar en neemt verder toe, wat laat zien dat mensen steeds langer duurzaam inzetbaar zijn. Ook over scholing worden steeds meer afspraken gemaakt. Juist afspraken op brancheniveau kunnen veel gerichter worden gemaakt dan regels die voor elke sector gelden. Dat levert maatwerk op
Langer doorwerken
Dus moet het nieuwe kabinet aandacht hebben voor langer doorwerken en het ook op die manier houdbaar houden van ons pensioenstelsel? Jazeker. Een constructieve houding van de kant van de vakbonden (en werkgevers) doet de rest.
Hedda Renooij
Beleidssecretaris Pensioenen