Branchevereniging aan het woord: Vereniging van groothandelaren in Bloemkwekerijproducten (VGB)

19-12-2022

De Vereniging van groothandelaren in Bloemkwekerijproducten (VGB) behartigt de belangen van de Nederlandse groothandelaren in bloemen en planten. Directeur Matthijs Mesken vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?

‘De VGB heeft 150 leden die 75 procent van de totale exportwaarde van bloemen en planten vertegenwoordigen. Vorig jaar was dat iets meer dan 7 miljard euro, en 1 miljard aan binnenlandse handel. Op het kantoor in Zoetermeer werken normaal 4 mensen, maar er is nu een vacature. Onze belangenbehartiging concentreert zich op 5 thema’s arbeid, met onder meer de cao en arbocatalogus, duurzaamheid, markttoegang, markinformatie en -promotie en standaardisatie & logistiek. Op deze terreinen proberen we het verschil te maken voor onze achterban.’

 

Hoe lang bent u al directeur?

‘Ik ben hier 5,5 jaar geleden gestart. Na mijn studie in Wageningen heb ik altijd in de belangenbehartiging gewerkt. Bij het toenmalige Productschap Tuinbouw, Anthos en Stichting Groenkeur.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Allereerst de Oekraïneoorlog. Het missen van afzet in Oekraïne, Rusland en Wit-Rusland is te overzien, maar de energiecrisis raakt de glastuinbouwsector hard. Als kwekers minder produceren, kunnen wij minder verhandelen. En de temperatuur in de kassen verlagen of minder belichten, doet ook iets met de kwaliteit van de producten. Mijn achterban zoekt naarstig naar vervangende producten uit het buitenland.

Het is ook de vraag of de consument wel bloemen en planten blijft kopen nu de inflatie oploopt. De achterban is wel optimistisch, want ook in coronatijd zagen we dat mensen onze producten bleven kopen. Ze willen in het voorjaar met de tuin bezig zijn of kamerplanten kopen en van een bos bloemen wordt iedereen blij. Het wordt spannend komend voorjaar, een belangrijk seizoen voor onze achterban.’

 

En verder?

‘Brexit hangt nog steeds boven de markt. Tot nu toe moeten planten wel op plantenziektes gekeurd worden om het Verenigd Koninkrijk in te mogen komen, maar bloemen nog niet. Dat is uitgesteld. Nu horen we via de landbouwraad en contacten in het VK dat Londen weer aan het schuiven is. Ik vrees dat het toch volgend jaar op de sector afkomt.

Het wordt een enorme kostenpost dat we partijen hier moeten inspecteren om de benodigde documenten te krijgen. We overleggen met keuringsinstantie KCB hoe we voldoende inspecteurs kunnen inzetten. En dan gaan de Engelsen zelf ook nóg eens keuren. Laten hopen dat het niet aan de grens is, want onze bederfelijke producten kunnen geen oponthoud gebruiken. We proberen met bedrijven en overheid te zorgen dat bedrijven die aan bepaalde voorwaarden voldoen een keuring kunnen uitvoeren, met steekproefsgewijs toezicht. Daarvoor hebben we samen met andere brancheorganisaties een bedrijfscontrolesysteem ingericht.

Tot slot komt er verpakkingswetgeving van de EU aan die elk land zelf lijkt te gaan invullen. Dat is natuurlijk killing voor de exportsector. Ook komt er wetgeving voor meermalige verpakkingen. Daar praten we over met onze Europese collega’s.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘We lobbyen bijvoorbeeld over verpakkingen in Europa. Via de vereniging Union Fleurs, waarvan we lid zijn, hebben we een vertegenwoordiger in Brussel. En voor het onderwerp Brexit hebben we contacten in het VK en bij de Nederlandse overheid, de NVWA en keuringsinstanties. Die voeden we met informatie. We hopen dat de regels ons een beetje gaan passen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘De nabije toekomst is lastig: wat gaat de Europese consument doen? We verwachten dat ze onze producten blijven kopen, maar we zullen economisch wel een dipje krijgen. De afgelopen twee jaar waren topjaren, ondanks en zelfs een beetje dankzij corona, dus we moeten wel een minder jaar kunnen opvangen. Ook aan de gevolgen van Brexit tillen we niet te zwaar. Bedrijven zeggen: het is een logistiek kunstje dat we moeten leren. Daar zijn we goed in, dus we komen er wel uit. Er zullen altijd ups en downs zijn, maar op de lange termijn zie ik het rooskleurig in.

Ook de vereniging heeft toekomst, want de achterban kan niet zonder. Wel zal onze rol veranderen, omdat de bedrijven steeds groter worden. Ze willen sommige dingen liever zelf oppakken dan wachten op de vereniging. We zijn volop in discussie met de achterban om daarin een balans te vinden.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Ons lidmaatschap is getrapt: we zijn lid van VNO-lid PlantNet International. Omdat we relatief klein zijn, is het belangrijk om via VNO-NCW een ingang te hebben in Den Haag en Brussel. Vooral op overkoepelende thema’s als corona, Brexit en de energiecrisis heeft VNO-NCW ons goed geholpen.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Met Cora van Nieuwenhuizen van Energie-Nederland. We staan voor een transitie van olie en diesel naar duurzame energie. Verduurzaming speelt bij ons ook. Grote bedrijven zijn daarvan doordrongen en komen in actie, maar het is een uitdaging om kleinere bedrijven mee te krijgen. Dat speelt in de energiesector nog veel meer, dus ik zou graag van dichtbij zien hoe ze daarmee omgaan. Dat vind ik intrigerend.’