'Van handwerk weten ze vaak niets'

12-11-2015

Bedrijf: Struik en Hamerslag
Aantal medewerkers: 155
Aantal stagiairs/leerlingen: 4

Jaap de Frel (19) maakte als klein ventje al kastjes van hout. Vogelhuisjes bijvoorbeeld. ‘Hout is zacht, natuurmateriaal, makkelijk te bewerken’, somt De Frel op, terwijl hij het meubel voor hem inspecteert. ‘Neem nou metaal. Dat is koud en hard.’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Vind ik helemaal niets.’ De jonge meubelmaker werkt vier dagen in de week bij Struik en Hamerslag in Strijen. De houten meubels die de vrouwen en mannen daar maken, komen uiteindelijk terecht op de meest luxueuze miljoenenjachten. Niet zomaar een cruiseschip dus, maar echt schepen die de eigenaren naar eigen smaak laten ontwerpen. Op het kitscherige af. In de hoek van de werkplaats staat een mock-up van een hut waar de bediening slaapt, als voorbeeld. Leermeester Han van der Schilt: ‘Als je voor het eerst op zo’n jacht komt, sta je echt wel even met je ogen te knipperen.’ Als De Frel klaar is met zijn opleiding, wil hij het liefst op zo’n jacht aan het werk gaan. ‘Het inbouwen van de meubels dus. Dan zie je pas echt het totaalplaatje, in plaats van een klein stukje meubel dat wij hier maken.’ Intussen leert hij van leermeester Van der Schilt het vak. Die liet De Frel op zijn eerste dag, als 16-jarige mbo’er, een proefmeubeltje bouwen. Dat zag er ‘redelijk goed’ uit, zegt de leermeester. ‘De meeste jongens van het vmbo hebben een opleiding bouw gedaan, een hele andere discipline. Hier moet je veel nauwkeuriger werken.’ Voor Van der Schilt is De Frel waarschijnlijk de laatste leerling die hij opleidt. Na dit jaar gaat de leermeester met pensioen en wordt hij vervangen door Patrick de Man, die naar eigen zeggen over veel geduld beschikt. Van der Schilt merkt op dat scholen tegenwoordig veel minder met handwerk doen. ‘Vroeger stond je met een houten blokschaaf iets vlak te schaven. Nu duwen ze gewoon een stuk hout door de machine en komt het er vlak uit. Bij dit bedrijf wordt nog veel met de hand gedaan en dat missen leerlingen vaak. Maar dat brengen wij ze wel bij.’

Dit artikel komt uit de print Forum